Luistertoets Chinees
Luistertoetsen zijn de meest tijdrovende toetsen om zelf te maken. In twee blogposts zal ik vertellen hoe ik een luistertoets maak. De eerste blogpost gaat over het inhoudelijke deel: wat voor teksten gebruik je, wat voor vragen kun je stellen, enz. De tweede post gaat over het technische stuk: hoe zet je zo’n luistertoets in elkaar?
Onbekende woorden
Inhoudelijk lijkt een luistertoets een beetje op een toets leesvaardigheid: de fragmenten moeten aangepast zijn aan het niveau van de leerling en niet te veel onbekende woorden bevatten. In een toets leesvaardigheid kan de leerling een aantal compensatiestrategieën gebruiken: de leerling kan kijken naar afbeeldingen, lay-out en tussenkopjes. Dit kan houvast bieden om de tekst beter te begrijpen en beter te weten waar het antwoord te vinden zal zijn. Bij een luistertoets zijn deze compensatiestrategieën er niet. Dat wil zeggen dat leerlingen minder kunnen raden waar het antwoord zit. Dat betekent dan weer dat er nog minder onbekende woorden in de fragmenten mogen voorkomen.
Leerlingen geven vaak aan dat het heel lastig is om onbekende woorden tegen te komen in een luisteroefening. Sommigen geven zelfs aan hierop “vast te lopen”: ze blijven nadenken over deze woorden zonder verder te luisteren naar de rest van het fragment. Ook als ik van tevoren aangeef dat er onbekende woorden in voor komen en dat ze moeten luisteren naar wat ze wél verstaan, blijft dit voor sommigen een groot probleem.
Doordat een luisterfragment niet te veel onbekende woorden mag bevatten, is het bij luistervaardigheid vrijwel onvermijdelijk om alle luisterfragmenten zelf te maken.
Onderwerpen
Als de docent zelf de luisterfragmenten moet schrijven, gaat hij of zij natuurlijk zoeken naar leuke onderwerpen. Dat mag, maar let erop dat het niet te eenzijdig wordt. Je wil namelijk ook interessegebieden van de leerling verwerken, omdat dat het voor de leerling makkelijker maakt. Dat komt onder andere doordat de leerling meer achtergrondkennis zal hebben over een onderwerp waar hij of zij bekend mee is. Dan kan de leerling de woorden en zinnen beter plaatsen. Ook als er namen genoemd worden, zal de leerling die makkelijker kunnen herkennen. Bovendien zal de leerling het leuker vinden om te luisteren naar een fragment dat raakt aan zijn of haar interesse.
Een valkuil bij het schrijven van een eigen luistertoets is dat je alleen fragmenten bedenkt over onderwerpen die je leuk vindt. Leerlingen die die interesses niet delen zullen het dan moeilijker hebben. Een goede manier om deze valkuil te vermijden is door een overzicht te maken van de gebruikte onderwerpen en anderen te vragen onderwerpen toe te voegen.
Tempo en lengte
Bij een luistertoets vind ik het ook belangrijk om het juiste tempo aan te houden. Leerlingen kunnen immers niet op pauze drukken of het tempo aanpassen. Een te snel luisterfragment is voor een leerling heel frustrerend en hij of zij zal het al snel opgeven, terwijl ze de vragen misschien wel hadden kunnen beantwoorden. Let dus op het tempo waarmee luisterfragmenten worden ingesproken.
Ook de lengte van een fragment kan invloed hebben op de moeilijkheid ervan. Te lange fragmenten kunnen ervoor zorgen dat een leerling bang wordt, zeker op het moment dat een leerling onderweg de draad kwijt raakt en het niet meer kan volgen. Zorg dat de fragmenten niet langer zijn dan twee minuten (meestal heb ik fragmenten die ongeveer 1 minuut duren).
Vragen
De vragen bij een luistertoets bepalen mede hoe moeilijk de toets is. Als de luisterfragmenten moeilijk zijn, maar er wordt alleen gevraagd naar de dag van de week, kan het nog steeds een makkelijke opgave zijn. Andersom werkt dat natuurlijk ook. Probeer de vragen zo veel mogelijk “op niveau” te maken en maak het voor de leerling niet te ingewikkeld. Een paar tips:
Formuleer de vragen zo helder en kort mogelijk. De leerling heeft geen tijd om heel lange vragen met lange meerkeuze-antwoorden te lezen. Probeer vragen en antwoorden daarom kort te formuleren. Vermijd vragen met een ontkenning erin. Vragen met een ontkenning zorgen al snel voor verwarring, zoals deze vraag:
Zet antwoorden van multiple-choice vragen altijd op alfabetische volgorde of op volgorde van logica (bijvoorbeeld op volgorde van tijd). Zo zijn de antwoorden A, B, C, D altijd zo “random” mogelijk.
Vraag naar verschillende dingen. Maak een overzicht waarin je voor jezelf duidelijk maakt naar wat voor dingen je vraagt. Als je er zo achter komt dat je vaak naar een tijd vraagt, probeer dan de vragen aan te passen zodat je ook een keer iets anders vraagt.
Vraag naar kleine en grote stukken tekst. Bij een luistertoets probeer ik vragen over één woord zo veel mogelijk te voorkomen. Als een leerling dat éne woord net niet kent, kan hij of zij de vraag niet beantwoorden. Dan vraag je meer naar woordkennis dan naar luistervaardigheid. Verder probeer ik zo veel mogelijk af te wisselen: soms vraag ik naar een stuk zin, soms naar een volgorde, soms naar het begrip van een heel fragment. Hier een paar voorbeelden.
Verdeel de vragen netjes over het fragment. Dit zorgt ervoor dat een leerling in één zin niet drie dingen hoeft op te pikken om drie vragen te beantwoorden. Dat is heel moeilijk. Het is voor de leerling fijner om wat tijd te hebben tussen de vragen. Voor het maken van de luistertoets is het ook makkelijker: het wordt makkelijker om fragmenten te knippen.